(function(w,d,s,l,i){w[l]=w[l]||[];w[l].push({'gtm.start': new Date().getTime(),event:'gtm.js'});var f=d.getElementsByTagName(s)[0], j=d.createElement(s),dl=l!='dataLayer'?'&l='+l:'';j.async=true;j.src= 'https://www.googletagmanager.com/gtm.js?id='+i+dl;f.parentNode.insertBefore(j,f); })(window,document,'script','dataLayer','GTM-NN6VMBC');

31-03-2022

‘Stof tot nadenken’: bepalen van zoneafmetingen bij stofwolken en stoflagen

KWA wil uw ogen openen om zoneafmetingen ook op een andere manier te bepalen dan enkel via het ‘boekje’. 

Stof tot nadenken: een dubbelzinnige titel.  Als het gaat over stoflagen en stofwolken wil KWA met deze informatie uw ogen openen om zoneafmetingen ook op een andere manier te bepalen dan enkel via het ‘boekje’. Dit artikel geeft een alternatief voor het vaststellen van zoneafmetingen: via praktijkinspecties, zoals beschreven in de richtlijn NPR 7910-2

Als de personen binnen uw bedrijf die te maken hebben gezoneerd gebied - zoals de plantmanager, technische dienst, veiligheidskundige - weten wat voor vervuiling er werkelijk optreedt in de tijd en hoe vaak ze die verwijderen, is er sprake van een praktijkinspectie en kan gezoneerd gebied kleiner worden.

Nederlandse Praktijk Richtlijn 7910-2

Bij het bepalen van ATEX-zoneringen is de Nederlandse Praktijklijn Richtlijn (NPR) 7910-2 meestal leidend. De ATEX-deskundige samen met de verantwoordelijke uit op een zone 20, 21, 22 of NGG (Niet Gezoneerd Gebied. Dit is afhankelijk van de condities ter plaatse zoals ventilatie, de aard van de gevarenbronnen, de eigenschappen van het stof en genomen maatregelen. De opsteller van het EVD (Explosieveiligheidsdocument) aangewezen op de afmetingen zoals bepaald in de NPR 7910-2 in het geval van nieuwe installaties of veranderde omstandigheden waarbij de ervaring voor het uitvoeren van een praktijkinspectie er niet is.

Diverse zones

Voor een zone 20, een continue aanwezige gevarenbron, betekent dit een grootte gelijk aan de afmetingen van de stofwolk zelf. Bij een zone 21 kan meestal volstaan worden met een zone met een afstand van 1 meter tot de gevarenbron. Voor een zone 22 wordt meestal een afstand van 3 m rondom de gevarenbron aangehouden. Een binnen geplaatste niet-begrensde zone 21, wordt dikwijls omgeven door een zone 22 met een afstand van 3 meter rondom die genoemde zone 21. Onderstaande tabel verduidelijkt dit:

Aanwezigheid van gevarenbron

Zone indeling gebieden met stofwolken

Zoneafmetingen*

Continu en continue vorming stofwolk

20

Grootte van de stofwolk

Primaire gevarenbron

21

Straal van 1 m rondom gevarenbron

Secundaire gevarenbron

22

Straal van 3 m rondom gevarenbron

* Naarmate de aanwezige ventilatie beter wordt, wordt de zoneafmeting ook kleiner. Bovenstaande cijfers gelden alleen als er (bijna) geen ventilatie is.

Bij het vaststellen van stoflagen hangt het er van af of de aangetroffen stoflaag verwaarloosbaar of niet verwaarloosbaar is. In het 1e geval komt wordt de zone een NGG (Niet Gezoneerd Gebied), in het 2e geval zal het er van afhangen of de stoflaag er langer of korter dan 8 uur aaneengesloten ligt. Is het korter dan wordt het een zone 22, is het langer een zone 21. De definitie van verwaarloosbaar is dat de dikte van de stoflaag zodanig klein is dat deze geen stofwolk kan vormen uit de stoflaag ( over het algemeen een dikte die kleiner is dan 0,1 mm.

Deze voorgeschreven afmetingen zijn dikwijls conservatief en de consequenties – mogelijk alle elektrische en mechanische componenten explosieveilig uitvoeren – groot. In tabelvorm ziet dit er als volgt uit: 

Uitvoeringsniveau schoon huishouden

Dikte stoflaag

Duur van aanwezigheid stoflaag

Zone-indeling

Goed

Verwaarloosbaar

Niet van toepassing

NGG

Voldoende

Niet verwaarloosbaar

< 8 h aaneengesloten

22

Slecht

Niet verwaarloosbaar

> 8 h aaneengesloten

21

De NPR 7910-2 biedt ruimte om door praktijkinspecties een gevarenzone-indeling te maken, als u als betrokkene bekend bent met de omstandigheden ter plaatse. Dit vereist kennis en ervaring over het proces en de installaties waarmee de gebruiker te maken heeft. Het is mogelijk dat een bepaald resultaat later nogmaals geverifieerd moet worden. Bijlage B uit de NPR vertelt daar meer over.

Door herhaaldelijk en onder verschillende omstandigheden vast te stellen hoever een stofwolk reikt of een stoflaag zich opbouwt – bijvoorbeeld door het maken van foto’s of filmpjes – raken de gebruikers bekend met de omstandigheden en worden zones realistischer bepaald. Het op deze wijze vaststellen kan voordelen hebben. Wellicht leidt het uitvoeren van een praktijkinspectie er toe dat eerder vastgestelde zoneafmetingen gereduceerd kunnen worden waardoor kostbare investeringen voor aankoop van explosieveilig materieel worden voorkomen.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of heeft u hulp nodig? Neem dan contact op met onze adviseurs.

Bekijk ook:
ATEX-trainingen voor Waterschap Vechtstromen

Zo'n 70 medewerkers volgden de training. 

Volgend bericht
Gerelateerde dienst
Blootstelling gevaarlijke stoffen

Het werken met gevaarlijke stoffen brengt diverse gezondheidsrisico's met zich mee. Om uw medewerkers een blijvend veili...