(function(w,d,s,l,i){w[l]=w[l]||[];w[l].push({'gtm.start': new Date().getTime(),event:'gtm.js'});var f=d.getElementsByTagName(s)[0], j=d.createElement(s),dl=l!='dataLayer'?'&l='+l:'';j.async=true;j.src= 'https://www.googletagmanager.com/gtm.js?id='+i+dl;f.parentNode.insertBefore(j,f); })(window,document,'script','dataLayer','GTM-NN6VMBC');

21-03-2022

CO2-reductiedoelstellingen en scope 1-, 2- en 3-emissies

Wat zijn scope 1-, 2- en 3-emissies in het kader van CO2-reductie? In dit artikel de antwoorden. 

Regelmatig krijgt KWA de vraag wat de zogeheten scope 1-, 2- en 3-emissies nu eigenlijk betekenen. In dit artikel uitleg en achtergrond van deze scopes.

De internationale klimaatakkoorden van Parijs, en recentelijk Glasgow, zetten in op een sterke reductie van de broeikasgasemissie. De EU en daarmee Nederland wil bijdragen aan deze ambitieuze doelen. Een concrete uitwerking hiervan is het ‘Fit for 55’ pakket, waarin beleidsvoorstellen zijn gepresenteerd om Europese klimaatbeleid in lijn te brengen met de doelstellingen uit de Europese Klimaatwet. In de Europese Klimaatwet zijn de doelen vastgelegd voor een klimaatneutrale EU in 2050 en een vermindering van broeikasgasemissie met 55 procent in 2030 ten opzichte van 1990.

Focus op CO2-reductie

Die doelstellingen moeten worden verwezenlijkt door enerzijds energiebesparing en anderzijds door vergroening van de opwekking van elektriciteit en warmte, resulterend in CO2-reductie. Gegeven is dat de koolstofemissies (CO2) voor een groot deel veroorzaakt worden door fossiele brandstoffen. Bedrijven zetten momenteel volop in om hun CO2-emissies in beeld te krijgen en maken plannen om hun emissies te reduceren. Je kunt zeggen dat de focus op energiebesparing verschuift naar CO2-reductie. Dat is een verbreding van het aandachtsveld, maar wat houden die CO2-emissies in? Volgens de toonaangevende bedrijfsstandaard GHG Protocol (Greenhouse Gas) worden de broeikasgasemissies van een bedrijf ingedeeld in 3 scopes, zoals u ziet op dit plaatje.  

Scope 1-emissies

Dit zijn directe emissies van middelen die eigendom zijn van en gecontroleerd worden door het bedrijf. Met andere woorden, emissies komen in de atmosfeer als direct gevolg van een reeks activiteiten, op bedrijfsniveau. Dit is weer onder te verdelen in 4 categorieën:

  • Stationaire verbranding (bijvoorbeeld gasboilers, warmtekrachtinstallaties en ovens ). Alle brandstoffen die broeikasgasemissies veroorzaken zitten dus in scope 1.
  • Mobiele verbranding: alle voertuigen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door een bedrijf en die brandstof verbranden (bijvoorbeeld auto’s, bestelwagens, vrachtwagens).
  • Vluchtige emissies zijn o.a. lekkages van broeikasgassen (bijvoorbeeld koeling, airconditioning units).
  • Procesemissies komen vrij bij industriële processen en productie ter plaatse (bijvoorbeeld productie van CO2 bij cementproductie of methaanemissies in een chemisch proces).

Noot: bij ETS-bedrijven gaat het om scope 1-emissies.

Scope 2: indirecte emissies

Scope 2-emissies zijn indirecte emissies die ontstaan door de opwekking van bijvoorbeeld elektriciteit, warmte en koeling in installaties die níet tot de eigen onderneming behoren, maar die door de organisatie worden ingekocht en gebruikt. Voor de meeste bedrijven en organisaties is elektriciteit de enige bron van scope 2-emissies.

Scope 3: indirecte emissies

Scope 3-emissies zijn alle indirecte emissies, die niet opgenomen zijn in scope 2, en die plaatsvinden in de waardeketen van een bedrijf. Deze zijn te onderscheiden in upstream- en downstream-emissies en zijn gekoppeld aan de activiteiten van het bedrijf. Het GHG protocol onderscheid in het totaal 15 verschillende emissiebroncategorieën. Hieronder een aantal voorbeelden van zowel upstream- en downstream-emissies.

Stroomopwaartse activiteiten:

  • Zakenreizen, woon-werkverkeer van werknemers.
  • Ingekochte goederen en diensten, aanschaf van kapitaalgoederen (gebouwen, voertuigen en machines, hier geldt een lange levensduur).
  • Vervoer en distributie grondstoffen.

Stroomafwaartse activiteiten:

  • Vervoer en distributie eindproducten.
  • Emissies die het gevolg zijn van het gebruik van het product (voorbeeld: energieverbruik).
  • Emissies ten gevolge van de verwerking van het product aan het einde van de levensduur.

De meeste bedrijven leggen bij hun CO2-reductieplannen de focus op scope 1- en 2-maatregelen. Vaak zijn dit ‘vertalingen’ van de energiebesparingen naar CO2-reductie. Scope 3 voelt nog veel als buiten de invloedsfeer en lastig te beheersen en te kwantificeren. Echter, er zijn al veel initiatieven op dit vlak, zo ziet de chemische sector in Nederland het recyclen van koolstofcomponenten als een belangrijke CO2-reductiemaatregel.

CO2-Prestatieladder

Een bekend instrument is de CO2-Prestatieladder die bedrijven en overheden helpt bij het inzichtelijk maken en het reduceren van CO2 en kosten. Dit is van toepassing binnen de eigen bedrijfsvoering (niveau 1 t/m 3), én in de keten (vanaf niveau 4 en 5). De CO2-Prestatieladder wordt als CO2-managementsysteem en als aanbestedingsinstrument gebruikt.

 

Bekijk ook:
Geschreven door
Marcel van den Bovenkamp
Energiemanagement en duurzaamheid

Tel.: 0334221345

E-mail: mb@kwa.nl

Volgend bericht
Gerelateerde dienst
Duurzaam ondernemen

Praktisch advies, support voor uw strategie, implementatie, projecten en rapportages.