Uw bedrijf moet invulling geven aan verschillende onderdelen van het explosieveiligheidsbeleid. Dit om te voldoen aan he...
11-01-2021
Zo duurzaam mogelijk kaas produceren.
19-08-2019
Als er binnen uw bedrijf explosiegevaar aanwezig is, moet u conform de Arbeidsomstandighedenwet een verdiepende risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) op dit gebied uitvoeren. Zo’n verdiepende RI&E wordt vaak in de vorm van een Explosieveiligheidsdocument (EVD) opgesteld.
Deze EVD beschrijft de explosierisico’s en deelt plaatsen waar de kans op een explosie aanwezig is, op in zones. Daarnaast wordt er beschreven aan welke eisen de apparatuur dient te voldoen die in deze zones wordt gebruikt.
Waar vaak minder aandacht aan wordt besteed in het EVD is het organisatorische gedeelte. Zodra er sprake is van een zonering binnen een bedrijf, dienen er naast technische maatregelen ook organisatorische maatregelen genomen te worden. In de ATEX 153 richtlijn is deze verplichting opgenomen in bijlage 2. Hier worden eisen gesteld over:
- Opleiding en training van de medewerkers
- Schriftelijke instructies en werkvergunningen
‘De werkgever verschaft werknemers die werkzaam zijn op plaatsen waar explosieve atmosferen kunnen voorkomen, voldoende en passende opleiding met betrekking tot de bescherming tegen het explosiegevaar.’
Hoe deze opleiding eruit moet zien of hoe dit vastgelegd dient te worden, staat niet in de richtlijn beschreven. Er zijn certificatieschema’s zoals IECex en CompEx om aan te tonen dat de medewerkers voldoende kennis hebben op het gebied van explosieveiligheid. Deze certificatieschema’s zijn echter niet verplicht. Het kennisniveau mag ook op een andere wijze aantoonbaar worden gemaakt.
Het is belangrijk onderscheid te maken in verschillende kennisniveaus die benodigd zijn binnen de organisatie. Het laten volgen van alleen een awareness- of bewustwordingstraining is niet voldoende.
De medewerkers die onderhoud en inspecties uitvoeren aan EX apparatuur dienen een hoger kennisniveau te hebben. Ze dienen kennis te hebben van de NEN-EN-IEC 60079-14 – ‘Ontwerp, keuze en opstelling van elektrische installaties’ en de NEN-EN-IEC 60079-17 – ‘Inspectie en onderhoud van elektrische installaties’.
De ATEX kennisdrager moet echter een veel breder kennisniveau hebben met onder andere kennis van zonering (NPR 7910-1 en of 2) en ontwerp en inspectie (60079-14 en 17). Daarnaast is de ATEX kennisdrager verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan van aanpak uit het EVD. Ook moet hij/zij goed kunnen inschatten welke impact wijzigingen op de locatie hebben op het gebied van ATEX. Kortom, hij/zij moet kunnen beoordelen of er voldoende maatregelen zijn genomen om het explosiegevaar voldoende beheerst te houden zodat de medewerkers op een veilige manier hun werk kunnen doen.
Het volgende staat in de bijlage van de ATEX 153 genoemd:
Als het explosieveiligheidsdocument het voorschrijft:
- moet werk op gevaarlijke plaatsen worden uitgevoerd volgens de schriftelijke instructies die door de werkgever vastgesteld zijn;
- moet een systeem van werkvergunningen worden toegepast voor gevaarlijk werk en werk dat samen met ander werk gevaren kan opleveren.
o Werkvergunningen moeten vóór de aanvang van het werk worden afgegeven door een bevoegde persoon.
Er dienen dus werkinstructies te worden opgesteld voor het uitvoeren van (standaard) werkzaamheden in een ATEX zone. Bij standaard werkzaamheden kun je denken aan bijvoorbeeld bemonsteren, afstellen en overgieten. Het is belangrijk om in deze werkinstructies op terug te laten komen welke maatregelen er nodig zijn om het werk veilig uit te voeren. Is er bijvoorbeeld anti-statische kleding nodig? Moet de medewerker een LEL-detector mee? Is er explosieveilig gereedschap nodig om het werk uit te voeren?
Bij niet standaard-werkzaamheden dient een (heet)werkvergunning te worden aangevraagd. Op dit formulier wordt aangegeven welke werkzaamheden er worden uitgevoerd en welke veiligheidsmaatregelen er getroffen moeten worden om de veiligheid te waarborgen.
Op het gebied van ATEX is het belangrijk om de volgende informatie weer te geven:
- De aanwezige ATEX zone
- De aanwezige stof (gasgroep, stofgroep, vlampunt, zelfontbrandingstemperatuur, etc)
- Genomen technische maatregelen
- Genomen organisatorische maatregelen
Bij werken in een ATEX-zone dient altijd eerst de arbeidshygiëne-strategie gevolgd te worden. Dit houd concreet in dat er altijd eerst geprobeerd moet worden de ATEX zone op te heffen door de bron (de stof/het product) weg te nemen. Als laatste stap wordt pas het toepassen van explosieveilig equipment overwogen.
Heeft u vragen over de organisatorische maatregelen of wilt u meer informatie over ATEX of explosieveilige apparatuur neem dan contact op met Fokko van de Koppel.